Mijn eerste reis door China deed ik alleen. Van tevoren had ik een route uitgestippeld en alles gepland. China leek mij geen backpackers land, dus ik wilde niet riskeren dat ik ergens in mijn eentje zou stranden. Al tijdens mijn eerste stop in Chengdu werd het tegendeel bewezen. Ik kwam aan met de nachttrein van Shanghai en zag op het station tussen alle Chinezen al verbazingwekkend veel backpackers. Wellicht dat ze gewoon heel erg opvallen tussen alle Chinezen, maar nee, ook mijn hostel zat vol met jonge, Westerse toeristen.
Hotpot en panda’s
De eerste avond schoof ik met een paar van hen al aan bij een échte Sichuan Hotpot, de betekenis hiervan werd me later duidelijk. Een grote pot met een soort kokende soep werd op tafel gezet. Daaromheen stonden bakjes met vlees, bladgroenten, paddenstoelen, tofu en dumplings. Met je stokjes pak je wat je lekker vindt, doop je het in de pot en eet je het daarna op. Na 1 hap begreep ik wat Sichuan inhield. Het is de meest pittige keuken van heel China.
Naast de pittige keuken staat Chengdu bekend om de panda’s. Terwijl mijn mond nog in brand stond van de avond ervoor, vertrok ik ’s ochtends vroeg naar het Panda park. We hadden gehoord dat panda’s alleen ‘s ochtends een beetje actief zijn: het verteren van alle bamboe vraagt zoveel van hen dat ze nauwelijks bewegen. Door het hele park waren panda’s in alle soorten en maten (zelfs couveuse panda’s!) te vinden. M’n reis had niet beter kunnen beginnen.
In de middag reisde ik wat verder naar De grote Buddha van Leshan. Uit de rode heuvel van Lingyuan is door monniken een 71 meter hoge Buddha uitgehouwen. In een bootje voer ik langs het beeld over een voorliggende rivier. Daarna konden we het beklimmen en ook vanboven bekijken. Wederom een bijzondere ervaring.
Yangshuo en Longsheng
Mijn tweede stop was in Yangshuo. Langs de Li Rivier wordt het gebied omringd door het karstgebergte. Met een vlot van bamboe voer ik over de rivier door de bergen. De tweede dag maakte ik een hike naar het uitzichtpunt Xinping. Een cliché, maar de pittige klim was eenmaal bovenaan snel vergeten. Het uitzicht was overweldigend en ik herkende meteen de Cover van mijn Lonely Planet.
Ik reisde door naar Longsheng, met de grootste reisvelden ter wereld. Hier kwam ik aan in een klein dorpje midden tussen de rijstvelden gelegen. Door smalle paadjes over de velden heen klom ik naar boven naar mijn hostel. In Yanghsuo dacht ik het mooiste uitzicht ooit te hebben gehad, maar tijdens mijn hike door de velden, kon ik mijn ogen wederom niet geloven. Ik was omringd door een felblauwe lucht en knalgroene rijstvelden.
Ik kon niet geloven dat dit nog maar het begin van mijn verblijf in China was. Voornamelijk verraste de diversiteit me enorm. Elke plek is anders. De landschappen, steden, cultuur, de keuken en mensen variëren sterk. Dit maakt het reizen bijzonder en verslavend!